Het 1-2-3 van de spelregels
Uitgave: 10-08-2014

Hieronder worden de meest belangrijke ijshockeyspelregels uitgelegd. Het overzicht is verre van volledig.
Personen die geïnteresseerd zijn in de volledige en officiële tekst kunnen tegen betaling bij de Nederlandse IJshockey Bond een Nederlandstalig spelregelboekje aanvragen. Ook kunt u via email vragen m.b.t. spelregels richten aan referee@nijb.nl

Op deze pagina bespreken we de afmetingen van het speelveld, de samenstelling van de teams, de wedstrijdleiding, de speelduur, de uitrusting van spelers, offsides en icings en natuurlijk de straffen.

Het speelveld

IJshockey wordt gespeeld op een ijsoppervlak van ongeveer 60 bij 30 meter. Het speelveld, dat afgeronde hoeken kent, wordt omgeven door een 'boarding' van 1.22 meter hoogte.
Naast het speelveld bevinden zich aan één lange zijde 2 spelersbanken en aan de zijde daar tegenover 2 strafbanken, die gescheiden worden door een ruimte voor wedstrijdofficials. Alle 4 de banken zijn voorzien van deurtjes, die van het ijs afdraaien.
Op 4 meter afstand van de korte zijden bevinden zich de doellijnen, met in het middendaarvan de goal. Het ijsoppervlak tussen de doellijnen wordt in drie gelijke stukken verdeeld door 2 dertig cm brede blauwe lijnen. Vervolgens wordt het speelveld ook nog door een dertig cm brede rode lijn in 2 helften verdeeld.
Het vak gevormd door een korte zijde van de boarding en een blauwe lijn heet het verdediginsvak van het team, dat het in dat vak bevindende doel verdedigd. Voor de tegenstander is dit het aanvalsvak. Het gebied tussen de wee blauwe lijnen wordt als het neutrale vak bestempeld.

 
De teams

Een ijshockeyteam bestaat uit maximaal 20 spelers en 2 doelverdedigers. Zes spelers, die gedurende de gehele wedstrijd ongelimiteerd gewisseld mogen worden, bevinden zich op het ijs. Dit zijn: een doelverdediger, een linker verdediger (left defense), een rechterverdediger (right defense), een rechter vleugelspeler (right winger), een linker vleugelspeler (left winger) en een midvoor (center).
Zowel gedurende het spel als bij spelonderbrekingen mogen spelers gewisseld worden. Scheidsrechter en linesmen zien toe op regelementaire spelerswissels. Van belang hierbij zijn:

Overtredingen tegen genoemde regel worden bestraft met een "bench-minor penalty" (twee minuten tijdstraf).

Elk team beschikt over een aanvoerder (captain) en maximaal 2 assistenten (alternates). Alleen zij hebben het recht, als ze op het ijs staan, om met de scheidsrechter te communiceren.

Maximaal 6 begeleiders (coach, verzorger, masseur, materiaalman, enz.) mogen zich gedurende de wedstrijd in of bij de spelersbank bevinden.

De uitrusting

Spelers verschijnen goed beschermd op het ijs. We tonen een aantal uitrustingstukken en diverse foto's die enig inzicht geven in de door spelers en doelverdedigers te dragen uitrusting. Voor gedetailleerde afmetingen waaraan diverse uitrsutingstukken moeten voldoen, verwijzen wij naar het officiële spelregelboek.

Gezichtsbescherming
  • Alle spelers moeten een helm dragen.
  • Spelers geboren na 31 december 1974 moeten minimaal een vizier (dat minimaal het gebied tussen helm en onderkant neus beslaat) dragen.
  • Alle spelers onder de 18 jaar moeten een volledig gezichtsmasker dragen.
  • Zowel helm, vizier als masker moeten aan een aantal eisen voldoen, waarvan de voornaamste is dat een puck of stickblad niet door de tralies of openingen kan.
Overige uitrusting

U ziet hier bescherming voor het bovenlichaam (erg klein afgebeeld), elleboog en handschoenen.

Spelersstick
De spelersstick mag maximaal 1.63 m lang zijn. Het stickblad moet tussen de 5 en 7.5 cm hoog zijn en mag maximaal 1.5 cm gebogen zijn.
Uitrusting van een doelman

Op de bovenste rij ziet u v.l.n.r. een blok- en vanghandschoen en beenbescherming.
De onderste rij toont 2 helmen, een schaats en een stick. Deze laatste moet aan andere eisen voldoen dan een spelersstick.


Doelverdediger met zijn belangrijkste uitrusting Speler met zijn belangrijkste uitrusting

 

Wedstrijdleiding

Elke wedstrijd staat onder leiding van twee scheidsrechters (lagere en junioren niveaus) of één scheidsrechter en twee linesmen (hogere en internationale niveaus).
In het zogenaamde tweeman systeem hebben beide scheidsrechters dezelfde verantwoordelijkheden. In het drieman systeem zijn de verantwoordelijkheden grofweg als volgt verdeeld:

Scheidsrechter (referee)
Linesmen
  • algehele leiding over wedstrijd, spelers en game-officials
  • toekennen doelpunten en assists (beslissende voorzet)
  • opleggen van straffen
  • rapportage wedstrijduitsluitingen
  • offside, offside passes en icings
  • het nemen van face-offs
  • het scheiden van spelers bij eventuele opstootjes
  • ondersteuning scheidsrechter

Ter ondersteuning van de scheidsrechter(s) en linesmen bevindt zich achter elk doel een doelrechter (alleen bekerfinale en finale play-offs) en in de bank van de wedstrijdleiding de volgende personen:

Official scorer
Deze persoon is verantwoordelijk voor het invullen van het wedstrijd formulier. Vóór aanvang van de wedstrijd worden hierop vermeld de namen van de deelnemende spelers, coaches, begeleiders, scheidsrechter en linesmen. Gedurende het verloop van de wedstrijd worden ook vermeld de makers van doelpunten, degenen die een assist geven en degenen die straffen krijgen opgelegd en welke straffen dat zijn.

Penalty box attendant
Voor elk team één straftijdopnemer, die verantwoordelijk is voor het op het juiste tijdstip terugkeren op het ijs van bestrafte spelers.

Game Timekeeper
Degene die de wedstrijdtijd opneemt.

De speeltijd

Een ijshockeywedstrijd duurt 60 minuten zuivere speeltijd, onderverdeeld in 3 periodes van 20 minuten. Tussen de periodes wordt er 15 minuten gepauzeerd. Het begrip 'zuivere speeltijd' houdt in dat bij elke spelonderbreking de klok wordt stilgezet.

Elke spelonderbreking wordt, net zoals het begin van elke periode, hervat met een ingooi van de puck. Dit wordt face-off genoemd.

Offside, offside passes en icings

Offside / Offside pass

Er is sprake van een offside als een aanvallende speler eerder over de blauwe lijn van zijn aanvalsvak gaat dan de puck.

Speler A bevindt zich met beide schaatsen in zijn aanvalsvak voordat de puck door teamgenoot B in dat vak wordt gebracht of gepasst.

Heeft de aanvaller de puck aan de stick, dan wordt door de linesman onmiddellijk afgefloten. Heeft de aanvaller de puck niet in zijn bezit en komt de puck ook niet bij een medespeler, dan wordt gesproken over een uitgestelde offside (delayed offside). De linesman steekt zijn arm omhoog en het verdedigende team krijgt de kans uit te verdedigen, terwijl spelers van het aanvallende team zich uit het aanvalsvak moeten terugtrekken. Als deze zich weer onside gereden hebben, dan wordt de uitgestelde offside opgeheven.

Wordt er afgefloten voor een offside, dan wordt de eerstvolgende face-off genomen op één van de inwerppunten in het neutrale vak, net buiten het aanvalsvak van het in overtreding zijnde team. Wordt er afgefloten voor een offside pass, dan wordt de eerstvolgende face-off genomen op de plaats waar de pass vandaan komt.

Test uw kennis. Is er in de hiernaast getekende situaties sprake van offside?

1. ja nee
2. ja nee
3. ja nee
4. ja nee
5. ja nee

Icing

Een icing ontstaat doordat de puck van voor de rode middenlijn over de doellijn van de tegenstander wordt geschoten.

Uitzonderingen:

De zogenaamde hybride icing wordt in Nederland alleen in Ere- en Eerste divisie toegepast.

Test uw kennis. Is er in de hiernaast getekende situaties sprake van icing?

1. ja nee
2. ja nee
3. ja nee
4. ja nee
5. ja nee

Straffen

Minor penalty
Een twee minuten tijdstraf. De overtreder moet voor 2 minuten op de strafbank plaatsnemen. Zijn team mag geen vervangende speler op het ijs brengen (zie voor uitzonderingen: coïncident penalties).
Deze straf staat op de wat lichter overtredingen zoals tripping, clipping, hooking, holding, slashing,enz.
Indien een doelverdediger een dergelijke straf krijgt opgelegd, dan wordt de straf uitgezeten door een teamgenoot, die ten tijde van de overtreding op het ijs stond.

Bench minor penalty
Eveneens een twee minuten straf. Deze straf wordt bijv. opgelegd voor een overtreding door een coach (delaying the game) of als de overtreder niet kan worden aangewezen (too many men on the ice).

Major penalty
Een vijf minuten tijdstraf. De overtreder moet voor 5 minuten op de strafbank plaats nemen. Zijn team mag geen vervangende speler op het ijs brengen.
Vaak gaat een major penalty echter gepaard met een automatische game misconduct penalty. Dat betekent dat de overtreder naar de kleedkamer gestuurd wordt en dat een teamgenoot de vijf minuten straf moet gaan uitzitten.

Een tweede major penalty aan dezelfde speler levert een automatische game misconduct penalty op.

De major penalty wordt opgelegd voor de wat zwaardere overtredingen zoals bijv. die waar een verwonding uit ontstaat of kan ontstaan. Spearing en butt-ending bijv. leveren een major en een automatische game misconduct penalty op; charging, boarding, tripping, hooking bijv. worden naar inzicht van de scheidsrechter met een minor of major penalty bestraft.

Misconduct penalty
Een 10 minuten tijdstraf. De overtreder moet voor 10 minuten naar de kant, maar mag op het ijs door een teamgenoot vervangen worden. We spreken hier van een persoonlijke straf.
Deze straf wordt opgelegd als gevolg van bijv. wangedrag. Echter ook op andere overtredingen kan een misconduct penalty staan: een poging tot spearing bijv. zal worden bestraft met een dubbele minor én een misconduct penalty.

Game misconduct penalty*
Een kleedkamer verwijzing. De bestrafte speler mag op het ijs onmiddellijk door een teamgenoot vervangen worden.
Deze straf wordt bijv. opgelegd als een speler volhardt in wangedrag of in die gevallen waar volgens de regels een major penalty een automatische game misconduct penalty tot gevolg heeft.

Match penalty*
Eveneens een kleedkamer verwijzing, echter ernstiger van aard. Bovendien:het team van de overtreder moet voor 5 minuten een vervangende speler op de strafbank laten plaatsnemen en er mag gedurende die straftijd geen vervanger op het ijs.
Deze straf wordt opgelegd aan een speler die een tegenstander opzettelijk verwondt of probeert te verwonden. Ook op het beginnen van een vechtpartij staat als straf de match penalty.

Penalty shot
Geen tijdstraf maar meer te vergelijken met een strafschop in het voetbal. De speler die het penalty shot neemt, krijgt de gelegenheid om vanaf de middenstip vrij op de doelman van de tegenpartij af te schaatsen. Een penalty shot wordt toegekend aan de tegenpartij in bijv. de volgende gevallen: een tegenstander bij een break away (geen tegenstander meer te passeren dan alleen de doelman van de tegenpartij) van achteren onrechtmatig aanvallen, opzettelijk het eigen doel verplaatsen in de laatste 2 minuten van de wedsrijd of gedurende de volledig, eventuele overtime of bij het gooien van de stick in de richting van de puck in het eigen verdedigingsvak.
Wordt een penalty shot toegekend, waar normaliter een minor penalty voor staat, dan heeft het team waar het penalty shot aan wordt toegekend de keuze: óf het penalty shot toekennen óf de tegenstander een minor penalty uit laten zitten.

Coïncident penalties
Als op hetzelfde moment aan beide teams straffen worden opgelegd, dan mogen straffen van gelijke duur zgn. tegen elkaar worden weggestreept. Dat houdt in dat de overtreders op de strafbank moeten plaatsnemen, maar dat ze op het ijs onmiddellijk door een teamgenoot mogen worden vervangen.
Deze regel is niet van toepassing als beide teams voltallig op het ijs staan en aan beide teams slechts één minor penalty wordt opgelegd.

*
Deze straffen moet door de scheidsrechter gerapporteerd worden aan de Nederlandse IJshockey Bond. In principe vallen zij onder "Standaard afdoening tuchtreglement", tenzij het bondsbestuur na lezen van het scheidsrechtersrapport van mening is dat de kwestie moet worden voorgelegd aan de tuchtcommissie.

"Standaard afdoening tuchtreglement" betekent dat een match penalty en een gross misconduct penalty standaard een schorsing oplevert van twee wedstrijden, en dat elke derde game misconduct één wedstrijd schorsing oplevert.